Het absurde Kernuitstapplan van minister Tinne Van der Straeten


Bij een debat over een kernuitstap komen uiteindelijk 3 belangrijke elementen aan bod: beschikbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid.
Wanneer we de actuele standpunten en plannen van de verantwoordelijke minister van Energie Tinne Van der Straeten terzake analyseren worden we echter geconfronteerd met een aantal anomalieën die toch ernstige vragen doen rijzen over de gegrondheid en haalbaarheid van haar beleid:

1.Beschikbaarheid:

In de komende minder dan 5 jaar gaat een kleine 50 % van de huidige elektriciteitsproductie bij sluiting van alle kerncentrales verdwijnen.
De betrokken minister wil dit verlies van gemiddeld 4000 MW opvangen door:

  • gascentrales die voor een groot deel nog moeten gebouwd worden ,althans mits men de privésector hiertoe kan verleiden met flinke subsidies waarvoor de EU bovendien in de komende maanden nog haar fiat moet geven.
  • uitbreiding van hernieuwbare stroombronnen – vooral dan 2000 MW -offshore windmolenparken –eveneens nog in de komende jaren te bouwen, inclusief alle interconnecties en landaansluitingen, en met de zekerheid dat deze uiteindelijk altijd minder dan 40 % van de tijd hun opgesteld vermogen kunnen leveren.
  • import uit het buitenland : wetend dat Frankrijk zijn kernpark aan het afbouwen is en Duitsland in het beste geval wat “wind-” of “bruinkool-” energie kan doorsturen mag men aannemen dat deze importmogelijkheden in de komende jaren enkel maar gaan verminderen, mits bovendien het intussen realiseren van een aantal extra connecterende HS-lijnen .

2.Betaalbaarheid:

Minister Tinne Van der Straeten stelt bovendien dat zij in haar legislatuur de energiefactuur voor de consument zal laten dalen.
Dit lijkt toch eerder op Trumpiaans “fake news” als men weet dat:

  • nieuwe gascentrales een jaarlijkse subsidie van 350 à 400 Mio € zullen vergen.
  • alle energiespecialisten tegen 2030 een stijging van de gasprijs met minstens 100 % voorspellen.
  • Groen zelf een verhoging van de “Koolstoftaks” promoot wat zich bij stijgende CO2-emissies via gascentrales fataal in een extra kost zal vertalen.
  • alle actuele operationele windparken (ca.2200 MW) nog met een subsidieniveau van 90 à 107 €/MWh gedurende 20 jaar zullen blijven draaien (via hun Groenestroomcertificaten).
  • de geplande nieuwe windmolenparken van ca.2000 MW vóór onze westkust, in tegenstelling tot de hoop van minister De Backer, uiteindelijk toch ook een subsidieniveau van 79 €/MWh (gedurende 17 jaar) zullen krijgen.
  • alle nodige offshore interconnecties, landaansluitingen en buitenland HS-lijnen in de toekomst miljarden investeringen vergen die zich in de komende jaren onvermijdelijk in een toeslag op onze energiefactuur (of belastingen) zullen vertalen.
  • de inderdaad afgeschreven kerncentrales intssen probleemloos stroom aan 25-30 € /MWh zouden kunnen blijven leveren met een beschikbaarheid van 80-90 %.

3.Duurzaamheid:

Het is ronduit onvoorstelbaar dat uitgerekend een groene partij die het klimaat hoog in haar vaandel draagt plots de motor wordt van een transitie waarbij de massale emissievrije producte van nucleaire stroom grotendeels vervangen wordt door CO2-uitstotende gascentrales.
Hierdoor zal ons land in de toekomst miljoenen extra tonnen CO2 uitstoten waardoor België tegen 2030 onvermijdelijk een van de slechtste klimaatleerlingen binnen Europa wordt.

  • Windmolenparken hebben een levensduur van ca.20 jaar wat aanleiding geeft tot een continue vernieuwing met alle verborgen energie- en emissiekosten vandien.
  • De niet recycleerbaarheid van o.a. fundaties en wieken van afgedankte windmolens zadelt ons daarbij op met een flink extra afvalprobleem.

Besluit:

Het is onbegrijpelijk dat men op basis van de dogmatische anti-nucleaire obsessie van één partij een energieproductiesysteem dat goed scoort op gebied van beschikbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid wil vervangen door alternatieven die duidelijk slechter scoren.
Minister Tinne Van der Straeten rekent voor haar geplande transitie op een aantal “Bob de Bouwers” die in de komende jaren het ontstane productieverlies moeten opvangen.
Onafgezien van het hierbij aan vergunningen gekoppelde timing-probleem is het overduidelijk dat deze “Bob de Bouwers” (NB.precies zoals voor de windmolenparken) enkel over de brug zullen komen wanneer deze voor hen in-se onrendabele investeringen ruim gecompenseerd worden door subsidiepaketten. (sorry ,mevrouw de Minister: anders bouwen wij niet…!)
Als negatieve neveneffecten komen bovenop nog het verdwijnen van 1000-en waardevolle arbeidsplaatsen en het verlies voor ons land van een unieke know-how in een nucleair domein waarvoor alle specialisten op termijn een revival voorspellen.

Niemand betwist vandaag de noodzaak van een transitie op termijn naar een fossielvrije en emissieloze energievoorziening, alleen beschikt men in België via, nog voor jaren betrouwbare kerncentrales, over een uniek middel (lees: cadeau) om deze transitie probleemloos en goedkoop te laten verlopen.
Men mag hopen dat ook de meest groene beleidsverantwoordelijken in de komende maanden zullen inzien dat het niet-benutten van deze opportuniteit niet enkel absurd en onverantwoord is maar ook niet zal aanvaard worden door een bevolking die overwegend het open houden van enkele kerncentrales steunt en zeker niet bereid is om qua bevoorradingszekerheid en energiekost op te draaien voor de anti-nucleaire obsessie van één groene partij.

Herman De Ploey
18/11/2020